We hebben geleerd: 
- dat zij eerst aan de deur voelen of die warm is
- vervolgens schijnen op de deurkier, om te zien of er rook
   uit komt en vervolgens voorzichtig de deur open doen.

- Zij stampen op de grond, waarschijnlijk om te zien of de
   ondergrond nog goed is.
- Zij mogen niet onnodig energie verspillen door te
   rennen, want dan zou hun zuurstoffles te snel op
   kunnen raken.

- De poppen waarmee geoefend wordt, zijn vergelijkbaar
   met het gewicht van echte mensen en kinderen.
- De brandweerman die het slachtoffer onder de arm vast
  heeft, moet zittend tree voor tree de trap af. Het gewicht
  van de zuurstoffles en het gewicht van het slachtoffer
  kan hem anders uit balans brengen, waardoor zij samen
  van de trap zouden kunnen vallen.

- De brandweercommandant is herkenbaar aan een rood
  hesje over het normale brandweer pak. De brandweer-
  mannen brengen verslag uit aan hun eigen brandweer-  
  commandant, vertellen wat zij gezien hebben en waar zij
  al slachtoffers hebben gezocht.

Er gaan normaal 6 brandweermannen in 1 brandweer-wagen. Twee voor en 4 achter. In nood kunnen er 8 mee.

Tijdens een oefening worden de zware poppen op een hoop gelegd, maar bij echte slachtoffers worden zij op een veilige plek buiten voorzichtig neergelegd, waar zij door de ambulance kunnen worden opgehaald.

Wij dachten eerst dat dit een knuppel was, waar een deur mee ingeslagen kon worden of zoiets. Iedere brandweerman droeg dit bij zich, maar dit is om de waterslang direct aan te kunnen koppelen.

In de Gelderlander van 2 juni 2015









Hieronder: TV opname in de Advent School van Regio 8
op 3 augustus 2015.