Kinderen in de leeftijd van 7 t/m 11 jaar oud vormen de groep junioren, hoewel het systeem niet zozeer werkt op basis van leeftijd, maar op basis van niveau. Degenen die van de ABC-klas komen, zijn geslaagd voor de "Post Test" en stromen door naar de junioren. Degenen die de ABC-klas niet gehad hebben, zullen de eerste periode veel tijd besteden om Engels te leren. Vanaf het moment dat zij dit beheersen, werken zij individueel in hun eigen leerhoekje aan hun vakken via het ACE-systeem. De werkboekjes (PACEs) zijn de bouwstenen voor het bouwen van een prachtig huis.  In het ACE-systeem is het niet mogelijk om te blijven zitten. Wanneer een kind bij een PACE-test minder dan 80% behaalt, in sommige levels of vakken is dit 90%, wordt de stof herhaald. De leerling kan lezen en schrijven en is nu op weg om zelfstandig te kunnen leren. Hij/zij komt nu in de grotere klas, het "Learning Centre" - een grote stap vooruit. 

Hij/zij leert verantwoording om zichzelf een doel te stellen - dit te beslissen en ook te vervullen. Hij/zij bereidt zich voor op de "Check-ups" (proefwerken) - verantwoording te nemen voor wat hij/zij heeft geleerd. De "Self Test" doen om te zien in hoeverre hij/zij de stof beheerst en leren om te scoren (eigen werk na te kijken). Hij/zij leert open te zijn tegenover zijn supervisor en monitor (de leraren) en ervaart de vreugde om beloond te worden voor zijn/haar leerwerk en anderen te feliciteren met hun vooruitgang. De eindtest van een boekje wordt door de leerkrachten nagekeken. 

 

Theorie:
De Nederlandse taal is een verplicht vak. Enkele andere vakken worden ook in het Nederlands gegeven, zoals bijv. Nederlandse geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Kernvakken zijn: de Bijbel, literatuur, Engels, rekenen, sociale wetenschappen, woordkennis en creatief schrijven, algemene wetenschap en gezondheid. In de juniorenklas wordt vanaf niveau 2 - 7 de kennis in de verschillende vakken opgebouwd. 

Praktijk:

Kernvakken van de praktijk zijn huishoudelijke taken: tuinieren, koken/bakken, schoonmaak, gezondheid- en zendingswerk en strijken. Andere praktische vaardigheden zijn: timmeren, computer, schilderen, typen, muziek, handvaardigheid als borduren, breien en haken en basisconcepten van beroepen. Leerzame uitstapjes zullen ook deel uitmaken van de schoolactiviteiten.